In een eerdere blog heb ik verteld dat ik op dit moment een zelfbeeldgroepstraining volg om het beeld van mijzelf te verbeteren. In het begin was ik vrij sceptisch of ik echt iets zou gaan hebben aan deze training. Ik begon deze training dan ook met een hoofd vol met diagnoses, patronen en oude overtuigingen. Met de luide stem van Patricia in mijn hoofd, die klaar stond met commentaar. Want positief over jezelf praten? Dat voelt al snel als opscheppen. Het is zwaar en het gevoel dat ik het moet verdienen.
Maar ik moet eerlijk zijn: ik heb toch wat kunnen opsteken uit deze training. Bewust bezig zijn met de positieve dingen gedurende de dag, al zijn ze maar klein, zoals douchen. Bij mensen in je omgeving nagaan wat je positieve eigenschappen zijn en deze zo veel mogelijk stampen en herhalen in je hoofd. Oefenen met het aannemen van een compliment en daar ook actief over nadenken. Een strategie ontwikkelen voor het omgaan met kritiek. De bewustwording van je censuur en deze met een stopzinnetje tot zwijgen brengen. Nieuw positief gedrag implanteren en daarmee oefenen. En leren hoe je het beste omgaat met perfectionisme, door hierin milder te zijn voor jezelf en te oefenen met een minimumprogramma. Dus een manier vinden om alles minder perfect te doen.
Twee weken geleden hebben ze laten vallen dat er een eindopdracht aankomt en wat deze inhoudt, voor de laatste bijeenkomst. Deze laatste bijeenkomst was dus vandaag. Waar de training vooral in ging over oefenen in het dagelijks leven, vroeg deze opdracht iets concreets: wie ben ik? Wat kan ik? En waar hou ik van? Dit mocht een presentatie, gedicht of iets anders zijn. Maar het mocht niet vanuit hoe het ooit misging gaan. Niet vanuit mijn diagnoses. Maar vanuit mijn nieuwe positieve zelfbeeld, zonder de “ja, maar”. Mijn eerste neiging was uiteraard dan ook om alles te nuanceren. Om bij elk positief punt direct een disclaimer te plaatsen. Alsof ik mezelf alvast wilde corrigeren voordat iemand anders dat kon doen. Patricia draaide overuren.
“Dat is toeval.”
“Dat doe je alleen omdat het moet.”
“Dat telt niet echt.”
Twee weken lang ben ik bezig geweest met deze opdracht. En niet omdat ik er zo van genoot of een ijverige deelnemer. Maar hoe, in the name of God, ga ik dit vormgeven? Want ja, hier komt zowel Patricia als mijn overmatige perfectionisme de hoek omkijken. Dus ik besloot dat uitstellen de beste optie was. Dit is natuurlijk niet zo, maar voor mij op dat moment een manier van omgaan met. Het past ook wel bij mijn ADHD. Maar door mezelf in zo’n hoek te drijven met een dreigende deadline, krijg ik wel betere resultaten.
Maar ja, wie ben ik? Wat kan ik? En waar hou ik van?
Ik ben iemand met een gevoelig hoofd en een groot hart.
Iemand die de wereld intens ervaart, soms iets te intens, maar daardoor ook de details ziet die anderen missen. Ik ben niet alleen mijn diagnoses, al spelen ze een grote rol. Ze kleuren hoe ik denk, voel en leef, maar ze bepalen niet wie ik ben.
Ik ben iemand die probeert.
Ook op dagen dat proberen voelt als het hoogst haalbare.
Ik ben eerlijk, soms tot het ongemakkelijke toe en ik voel dingen diep. Dat maakt het leven soms zwaar, maar het maakt mij ook oprecht, betrokken en trouw aan de mensen en dieren die ik liefheb.
Ik ben niet perfect. Ik ben wel echt.
Ik kan luisteren, niet alleen naar woorden, maar ook naar wat er niet wordt gezegd.
Ik kan aanvoelen wanneer iemand ruimte nodig heeft, of juist nabijheid.
Ik kan doorzetten, zelfs als Patricia vertelt dat ik het niet kan. Dat heb ik vaker bewezen dan ik mezelf toesta. Ik sta elke keer weer op, ook als dat niet zichtbaar is voor anderen.
Ik kan zorgen
Voor Vayla, voor mensen om mij heen, en langzaam leer ik dat ik dat ook voor mezelf mag doen. Ik ben geduldig, leergierig en bereid om naar mezelf te kijken, ook als dat confronterend is. Dat vraagt moed, en die heb ik ook, ook al voelt dat niet altijd zo.
Ik kan schrijven. Niet perfect, niet technisch, maar wel eerlijk. Ik kan woorden geven aan gevoelens waar anderen zich in herkennen, en dat is iets waardevols.
Ik hou van momenten van rust, waarin mijn hoofd en Patricia even stil zijn.
Van het bos, van frisse lucht, van wandelingen zonder doel.
Ik hou van Vayla, van haar nieuwsgierigheid, haar vertrouwen, haar vermogen om volledig in het moment te zijn. Zij herinnert mij eraan dat ik niet hoef te bewijzen dat ik besta.
Ik hou van humor, vooral droog en soms met een vleugje zwart erdoorheen. Omdat lachen voor mij geen oppervlakkigheid is, maar overleven.
Ik hou van echte verbinding. Van mensen bij wie ik mezelf niet hoef in te houden. Van gesprekken die ergens over gaan, maar ook van stilte die niet ongemakkelijk voelt.
Ik ben iemand die aan het leren is om zichzelf niet langer als “te veel” of “niet goed genoeg” te zien.
Iemand die voorzichtig oefent met een zachtere blik naar zichzelf te kijken.
Dat gaat niet in een keer. Maar ik ben onderweg, het begin is gemaakt. En dit alleen al zegt iets over wie ik ben.
Deze blog schrijven voelt eigenlijk als een verlengde van die eindopdracht. Nog steeds spannend. Nog steeds met Patricia op de achtergrond. Maar ook met iets meer ruimte.
En misschien is dat voorlopig genoeg.
Reactie plaatsen
Reacties
Prachtig Ilse, wat kun jij het goed verwoorden. Je mag trots zijn op jezelf. Je bent een prachtige vrouw, geniet daarvan.